| Wetenschappelijke betekenis |  | Inappropriate stijging (in verhouding tot de plasma osmolaliteit) bij syndromen van excessieve ADH produktie (SIADH): acute intermittente porfyria, Guillain-Barré syndroom, hersentumoren, vasculaire en infectieuze aandoeningen van de hersenen, pneumonie, pulmonaire tuberculose, tuberculeuze meningitis, nefrogene diabetes insipidus. Zeer sterke stijging bij ectopische produktie.
Gedaald bij centrale diabetes insipidus, psychogene polydipsie, nefrotisch syndroom. Om het onderscheid te maken tussen ADH deficiëntie (centrale diabetes insipidus) en renale resistentie tegen ADH (nefrogene diabetes insipidus) of excessieve water-inname (psychogene polydipsie), zijn dynamische testen nodig. |