Wetenschappelijke betekenis | | Urine amylase kan tot twee weken na een episode van acute pancreatitis verhoogd blijven en kan suggestief zijn voor het vormen van een pseudocyste.
Amylasen zijn een groep van enzymen die de hydrolyse katalyseren van alfa-1,4 glycosidische bindingen van glucose in zetmeel en glycogeen. Deze enzymen worden afgescheiden door sommige exocriene klieren, namelijk de pancreas en de speekselklieren. Veel lagere activiteit komt voor in ovarium, eileider, testis, nier en intestinale mucosa.
Bij celbeschadiging komt niet-gesecreteerd enzyme vrij in de bloedbaan en bij afsluiten van de afvoerkanalen zal enzyme doorsijpelen naar het serum. De hoeveelheid enzyme die bij celbeschadiging vrijkomt, hangt af van het trauma en van de functionele toestand van de cellen.
Amylase is een klein proteïne (moleculair gewicht van 50 kDa) en ondergaat glomerulaire filtratie en tubulaire reabsorptie. Normaal wordt ongeveer 25% van het serum amylase geëlimineerd via de urine.
Er komen twee isoënzyme vormen van amylase voor: P (pancreas) isoënzyme en S (salivary) isoënzyme. Het scheiden in deze isoënzymen is mogelijk maar wordt zelden of nooit uitgevoerd.
Macro-amylase is een abnormale vorm van het enzyme, hierbij wordt een S-amylase gebonden aan IgA, IgG of een ander serumeiwit met een hoog moleculair gewicht. Dit complex kan niet uitgescheiden worden door de nieren. De bloedspiegel van amylasen is verhoogd, terwijl de amylasurie laag of normaal is. Dit heeft geen pathologische betekenis.
Stijging van serum amylasen wijst meestal op pancreaslijden. Bij acute pancreatitis stijgen de waarden binnen enkele uren (2-12 uur). Omwille van de eliminatie via de nieren dalen de verhoogde waarden ook zeer snel: na 3-4 dagen kan de serumspiegel genormaliseerd zijn, terwijl de acute ontsteking doorgaat. In dit geval kan aantonen van grote hoeveelheden amylase in de urine belangrijk zijn. De stijging van amylase in de urine verschijnt later en blijft ook langer bestaan. Chronische pancreatitis veroorzaakt weinig stijging van de serumamylasen en pancreascarcinoma veroorzaakt in principe geen stijging.
Stijging van serumamylasen is echter niet specifiek voor pancreasaandoeningen, ook bij ander abdominale aandoeningen stijgt de activiteit: bij spasme van de sfincter van Oddi (na morfine toediening), en bij chemische irritatie van het pancreas (geperforeerd maagulcus, darmobstructie, cholecystitis, geruptureerde extra-uteriene zwangerschap, peritonitis).
Bij nierinsufficiëntie wordt het enzyme niet of minder geëlimineerd en stijgen de serum amylase waarden, tot twee à driemaal de bovenste referentielimiet, zonder pancreaslijden.
Speekselklieraandoeningen (infectie, bestraling, obstructie, operatie, tumor) geven ook aanleiding tot verhoogde serum amylase waarden. Ook longtumoren, sereuze ovariumtumoren en diabetische ketoacidose gaan gepaard met een stijging van de serum amylase activiteit.
Pancreatitis, longtumoren en sereuze ovariumtumoren kunnen, door pleurale effusie, aanleiding geven tot stijging van de amylase activiteit in het pleuraal vocht. |