Wetenschappelijke betekenis | |
Neurosyfilis duidt op de infectie van het centraal zenuwstelsel (CZS) met Treponema pallidum (TP).
Neurosyfilis kan zich manifesteren op elk moment na een initiële syfilis infectie, en komt voor bij 25 à 35% van de onbehandelde syfilis patiënten. Neurosyfilis begint met een invasie van het cerebrospinaal vocht (CSV). In tegenstelling tot infecties van het CSV door andere bacteriën, zal invasie door TP niet altijd leiden tot persistente infectie van het CZS ; immuungemedieerde resolutie komt voor. Individuen met persistente TP meningitis kunnen evolueren van een asymptomatische neurosyfilis naar een symptomatische neurosyfilis, wat soms jaren kan duren indien onbehandeld.
In een setting van onbekende syfilis historiek, dient eerst een diagnose van syfilis te worden gesteld, o.a. via syfilis testen in serum. In een late neurosyfilis kunnen niet-treponemale testen (RPR) niet-reactief zijn De treponemale testen blijven echter levenslang positief, ongeacht eerdere behandeling.
Bij een patiënt die bekend is met syfilis, dient een lumbaal punctie te gebeuren bij vermoeden van neurosyfilis. Het lumbaal vocht kan worden onderzocht met de RPR test en met de TPHA test, naast de klassieke onderzoeken bij vermoeden van infectie van het CZS.
|