Wetenschappelijke betekenis | | Pneumocystis jiroveci is een ééncellige parasiet die wereldwijd bij allerlei zoogdieren in de longen wordt aangetroffen maar alleen een longontsteking zal veroorzaken bij een humane gastheer met gestoorde afweer.
De levenscyclus van dit micro-organisme ziet er als volgt uit :
Een volwassen cyste heeft een ronde of ovale vorm met een dikke drie-lagige wand. Binnenin de cyste kunnen acht lichaampjes, “sporozoïeten” genaamd, waargenomen worden.
Eens de cyste zijn volledige rijpheid bereikt heeft, barst de wand open met vrijlating van de “sporozoïeten”.
Deze sporozoïeten nemen toe in grootte en worden “trofozoïeten”, die zeer variabel zijn in morfologie en grootte. Deze micro-organismen vertonen een kern die omgeven is door een dunne wand met meerdere tubulaire evaginaties. Die evaginaties spelen een essentiële rol in de aanhechting van de parasiet aan de alveolaire cellen en in het transport van de voedingsstoffen.
De trofozoïeten groeien uit tot precysten met een dikke wand die de laatste schakel vormen in de levenscyclus. Deze cyclus speelt zich af aan de buitenzijde van alveolaire cellen en duurt slechts enkele uren.
De verspreiding van de parasiet gebeurt via de lucht (inhalatie van de cysten) en kan alleen bij een gestoorde afweer van de gastheer een (fataal verlopende) longontsteking veroorzaken. Pneumocystosis wordt daarom als een strikt opportunistische infectie beschouwd. Vroeger werd de aandoening voornamelijk in epidemische vorm gezien bij premature of ondervoede kinderen. Tegenwoordig is de infectie een ernstige complicatie bij intensieve immunosuppressieve en radiotherapie van patiënten met maligniteiten, bij transplantatiepatiënten en vooral bij AIDS-patiënten. Bij maligniteiten kunnen de symptomen van longontsteking vrij abrupt optreden, bij AIDS-patiënten kan het begin sluipend zijn en kan het enkele weken duren voordat de pneumonie zich in alle hevigheid openbaart. |