Bijkomende info | | |
Bron humane referentiewaarden | | |
Bron niet-humane referentiewaarden | | |
Controle grenzen voor resultaten | | |
Doorbelwaarde | | |
Weergave resultaat | | P of N |
Omrekeningsfactor | | |
Accreditatie | | Neen |
Prijs | | |
Opmerking | | Diagnoseregel 49: aanrekenbaar aan RIZIV voor de diagnose of behandeling van een intoxicatie én indien de verstrekker een patiëntdossier bijhoudt gedurende 3 jaar met o.a. de uitgevoerde analysen en klinische gegevens
Cumulregel 73: Opzoeken van xenobiotica met een kwalitatieve immunologische test. Een positief resultaat moet bevestigd worden met een specifieke chromatografische methode B 250 (Maximum 5) |
Wetenschappelijke betekenis | | Een van de bijzondere eigenschappen van lsd is dat het al bij het innemen van extreem kleine hoeveelheden (25 microgram) een psychoactieve, hallucinogene werking vertoont. In de vorige eeuw werd lsd wereldwijd gebruikt door psychiaters om geestesziektes zoals schizofrenie te onderzoeken. Ook werd het in de jaren vijftig eens onderzocht als mogelijk waarheidsserum door onder andere de Engelse geheime dienst MI6[1] (overigens zonder succes). Uit onderzoek met proefdieren, in het kader van verslavingsonderzoek, blijkt dat zij net als mensen aan cocaïne of alcohol verslaafd kunnen raken, maar niet aan lsd. |