Wetenschappelijke betekenis | | eupprotheses worden veel gebruikt bij patiënten met artrose.
Er zijn verschillende typen heupprotheses op de markt, afhankelijk van o.a. het type materiaal waarvan ze gemaakt zijn. Naast de metaal-op-metaal (MoM)-protheses zijn er ook metaal-op-plastic (MoP) en volledig keramische protheses. Het is echter nog niet duidelijk welke prothese nu daadwerkelijk de beste is. De laatste 10 jaar zijn er veel MoM-protheses gebruikt bij het vervangen van heupgewrichten, omdat deze stevig zijn en er goede resultaten mee zijn geboekt op de middellange en lange termijn.
Bij verhoogde slijtage van MoM-protheses komt er metaal van de prothese vrij in het lichaam. Hierdoor kunnen er zowel lokale als systemische effecten optreden door verhoogde concentraties van deze metalen. Lokaal moet men denken aan ontstekingsreacties van het weefsel rondom de prothese als ook verlaging van de botdichtheid, waardoor het bot zijn stevigheid verliest. Deze
ontstekingsreacties zijn vaak beschreven als pseudotumoren omdat ze op de MRI beelden niet goed te beoordelen zijn.
Bij systemische klachten veroorzaakt door Chroom zijn vooral de carcinogene en mutagene effecten bekend.
Bij Cobalt staan voornamelijk allergische reacties, neurotoxiciteit en cardiomyopathie op de voorgrond. |