Wetenschappelijke betekenis | | Deze test meet de hoeveelheid en functie (activiteit) van complementeiwitten in het bloed. Het complementsysteem is een groep van eiwitten die samenwerken in het afweersysteem om het lichaam te verdedigen tegen ziekteverwekkers (bacteriën en virussen). Het complementsysteem bestaat uit negen belangrijke eiwitten (C1 t/m C9) die weer geholpen worden door andere eiwitten. Meestal worden C3 en C4 gemeten. Als deze beide eiwitten onvoldoende inzicht bieden, wordt vaak de totale complementactiviteit (CH50 of AP50) bepaald.
Verlaagd:
Complement kan verlaagd zijn door een erfelijk tekort aan complement of door een toename in verbruik van complement in het lichaam. Een erfelijk tekort aan één van de complement eiwitten zal vaak leiden tot terugkerende infecties of een autoimmuunziekte. Als het tekort aan complement het gevolg is van een chronische ziekte, zal de hoeveelheid complement in het lichaam weer terug gaan naar normaal als de ziekte voorbij is.
Verlaagde complement waarden kunnen gevonden worden bij:
- Terugkerende (bacteriële) infecties
- Autoimmuunziektes (zoals SLE en vasculitis)
- Angio-oedeem (erfelijke en niet-erfelijke vormen)
- Verschillende typen nierziektes (zoals glomerulonefritis, lupus nefritits, membraneuze nephritis, IgA nefropathie)
- Ondervoeding
- Sepsis (bloedvergiftiging)
- Serumziekte (een bepaalde vorm van allergie)
Verhoogd:
Als complement verhoogd is in het lichaam tijdens acute of chronische ontsteking, dan zijn vaak andere eiwitten (acute fase eiwitten) ook verhoogd. Wanneer de ontsteking weer over is, dan gaan de hoeveelheden complement en acute fase eiwitten weer terug naar normale waarden. |