| Wetenschappelijke betekenis |  | Zie ook Eiwit in cerebrospinaal vocht (CSV)
De mate van permeabiliteit van de bloed-hersen barrière wordt geëvalueerd door de albumine concentratie te bepalen in serum en CSV, afgenomen op eenzelfde ogenblik. Albumine is hiervoor een geschikte indicator omdat het intrathecaal niet gemetaboliseerd en niet gesynthetiseerd wordt.
De beide concentraties worden samengebracht in een "index" van permeabiliteit:
Arbitrair is de "albumine index" bepaald als:
Albumin CSV (mg/L) / Albumin serum (g/L)
Een index waarde lager dan 9 duidt op met een intacte barrière. Waarden tussen 9 en 14 worden geïnterpreteerd als een lichte beschadiging. Waarden tussen 14-30 duiden op een matige beschadiging. Waarden tussen 30 en 100 worden geïnterpreteerd als een uitgesproken beschadiging.
Waarden >100 komen overeen met een volledige doorlaatbaarheid van de barrière.
Zie ook Immuunglobuline G (IgG) in cerebrospinaal vocht voor de "IgG index" en de "IgG-albumine index".
De doorlaatbaarheid van de bloed-hersen barrière voor plasma-eiwitten is toegenomen bij verhoogde intracraniële druk (hersentumor, hersenbloeding), bij trauma of bij inflammatie (bacteriële of virale meningitis, encefalitis of poliomyelitis). De sterkste stijging van totaal eiwit in CSV wordt gezien bij bacteriële meningitis. De concentratie kan ook stijgen indien de circulatie van het CSV belemmerd is. |